Focus op de impact van de coronacrisis op de brandweer

De hulpverleningszones hebben ondertussen al meer dan een jaar een essentiële rol gespeeld in de strijd tegen de COVID-19-pandemie. Lees de interviews met Bert Brugghemans, Katrien De MaeyerStéphane Thiry, Paul-Henri Menet en Cécile Fievez over de impact van de coronacrisis op hun diensten. 

Bert Brugghemans, commandant van Brandweer Zone Antwerpen en Katrien De Maeyer, commandant van Brandweerzone Rand 

© Riccardo Pareggiani© Riccardo Pareggiani

Getraind om met risico’s om te gaan

"Bij het begin van de coronacrisis hebben we onze oefeningen en opleidingen stopgezet en beperkten we het aantal samenkomsten”, opent Katrien De Maeyer, Brandweer Zone Rand. “Enkel de interventies bleven behouden. Maar ook daar evalueerden we hoe we deze zo veilig mogelijk konden laten plaatsvinden. Door de crisis heen hebben we ons zo regelmatig moeten aanpassen. Op een bepaald ogenblik beseften we dat de situatie nog lange tijd zou duren. Daarom beslisten we om niet langer bij iedere verandering te schakelen, maar meer in te zetten op hoe we moeten omgaan met het risico COVID-19. Als brandweer zijn we nu eenmaal getraind om met risico’s om te gaan.”

Samenwerken en elkaar ondersteunen

In tegenstelling tot Kapitein De Maeyer werken we in ons zone vooral met beroepsbrandweerlieden, en niet met vrijwilligers”, vult Bert Brugghemans, Brandweer Zone Antwerpen, aan. “De uitdaging bij ons was dat onze mensen moesten blijven werken in kazernes waar ze soms vrij kort op elkaar zitten. We hebben daarom geprobeerd om de afstand in de kazerne zo veel mogelijk te vergroten en veiligheidsmaatregelen te nemen, zonder ons operationeel werk in het gedrang te brengen.”

Tijdens de crisis hebben we geen enkele dag onze activiteiten moeten staken doordat we als zones elkaar ondersteunen en nauw samenwerken. Het is trouwens belangrijk om te weten dat de brandweer in Vlaanderen maar liefst 70% van het ziekenwagentransport verzorgt. Een groot deel van die mensen zijn vrijwilligers. Dat wordt vaak onderschat, want zij hebben echt in de frontlinie gestaan tijdens deze crisis. Door de enorme toename van het aantal ziekentransporten hebben zij een ongelofelijke inspanning geleverd.”

© Wim Hadermann© Wim Hadermann

Bovendien is de brandweer ongelofelijk sterk in het oplossen van problemen die nog niemand kent of waar nog geen oplossing voor bestaat. In het afgelopen jaar hebben we dat nogmaals bewezen door in de acute fase als eerste bepaalde taken op ons te nemen die later dan door anderen werden overgenomen. Een goed voorbeeld is de decentrale verdeling van de eerste mondmaskers over heel Vlaanderen in het begin van de eerste lockdown.

Helpen zit in het DNA

Tijdens de lockdown zaten veel van onze vrijwilligers thuis, wat er – met toestemming van hun werkgevers – voor zorgde dat zij enorm beschikbaar waren. Het zit nu eenmaal in hun DNA om te willen helpen. Onze mensen waren dan ook meteen bereid om bij te springen voor onder meer de verdeling van mondmaskers en het transport van zieken.

We hebben onze operationaliteit kunnen garanderen omdat alle manschappen hun verantwoordelijkheid hebben genomen. Ieder van hen is een belangrijke schakel in de hulpverlening. Die verbondenheid is typerend voor de brandweer. Het valt onze vrijwilligers dan ook zwaar dat we momenteel na een interventie niet kunnen napraten in de kantines. Toch blijven zij iedere dag doen wat er van hen verwacht wordt”, besluit De Maeyer.

Bert Brugghemans: "Dankzij de reeds bestaande dagelijkse samenwerking met de mensen van de Civiele Bescherming en de noodcentrale konden we ook tijdens de coronacrisis elkaar gemakkelijk en flexibel aanvullen, ieder vanuit zijn sterkte uiteraard. Het Netwerk Brandweer vormde bovendien al een structuur waarmee we kunnen samenwerken met andere zones, maar tegelijk ook in overleg kunnen gaan met de federale overheid. Dat bleek het afgelopen jaar een grote meerwaarde. Zeker het opstellen van een logistieke expertengroep, samen met defensie en de Civiele Bescherming, vind ik een sterke verwezenlijking. Terwijl het leger en de Civiele Bescherming eerder op grote schaal werkten, kon de brandweer dankzij de goede spreiding van haar kazernes het decentrale deel op zich nemen."

In de themaspecial Veiligheid van De Standaard vind jemeer interviews met medewerkers van de Civiele Bescherming en de Noodcentrale 112 Oost-Vlaanderen over de impact op hun dienst:

https://nl.planet-future.be/veiligheid/de-impact-van-corona-op-de-werking-van-onze-veiligheidsdiensten/?utm_source=civiele&utm_medium=facebook_social&fbclid=IwAR0SW5EWJsG8_wxn65h2wSyyeqsdomt-9hituny-jF3gy63fEftiaZzWIKY

 

Stéphane Thiry, commandant van Hulpverleningszone Luxemburg:

Doorheen de crisissituatie waren de hulpverleningszones op verschillende fronten actief, met name de provinciale en federale coördinatie, de logistieke ondersteuning en de bijstand in de woonzorgcentra, ziekenhuizen en pre-triagecentra.

"De Hulpverleningszone Luxemburg heeft al snel positief gereageerd op de ondersteuningsverzoeken naar aanleiding van het multidisciplinair crisisbeheer dat de provinciegouverneur had ingesteld. 

Wij kregen de taak toevertrouwd om de logistiek van de persoonlijke beschermingsmiddelen in de provincie te organiseren (chirurgische maskers en FFP2-maskers, handschoenen, beschermjassen, alcoholgel, enz.). Daarnaast hebben wij echt monnikenwerk verricht om zoveel mogelijk uitrustingen te verzamelen voor de gezondheidsberoepen die rechtstreeks in contact komen met positieve COVID-19 gevallen. Dat gebeurde met de waardevolle hulp van de Luxemburgse Kamer van Koophandel, ondernemingen en de provincie Luxemburg.

Onze werkzaamheden werden uitgevoerd in het kader van de opdrachten die officieel waren toevertrouwd aan de operationele commandopost operaties (PC OPS). Deze PC OPS werd opgericht door de gouverneur en de leiding werd toevertrouwd aan de discipline 1 (de hulpverleningsorganisaties). 

Concreet bestond onze opdracht uit:

  • het helpen van alle instellingen van de provincie;
  • het luisteren naar en adviseren van de instellingen (op verzoek);
  • het uitvoeren van adviesbezoeken in instellingen;
  • het organiseren van de ontvangst van leveringen afkomstig van de federale HUB en van het AVIQ (Agence pour une Vie de Qualité - Wallonië);
  • het herverpakken van goederen en het optimaliseren van de leveringen; 
  • het organiseren van de leveringen binnen de 44 gemeentelijke HUB.

Tegelijkertijd werden er geleidelijk aan lockdownmaatregelen genomen in België.

De Hulpverleningszone Luxemburg was hierdoor al snel verplicht om op verschillende doelstellingen te reageren:

  • zich doeltreffend herorganiseren teneinde het hoofd te bieden aan deze nieuwe problematiek (COVID-19);
  • de operationele capaciteit behouden ondanks de pandemie.  Ten aanzien van deze realiteit rijst onvermijdelijk de vraag: hoeveel brandweermannen zijn getroffen door het coronavirus?
  • het hoofd bieden aan de problematiek van de quarantaines, die hun oorsprong zowel vinden in het beroepsmilieu als in het gezinsmilieu; 
  • het moreel op peil houden van de brandweerlieden die geconfronteerd worden met zowel een nieuw beroepsrisico als met de beperkingen opgelegd aan iedere burger. 

Wat kunnen we zeggen over het belang van het menselijke aspect in dit materieel en feitelijk beheer?  Wel, het nodige belang hechten aan het menselijk aspect en dit centraal stellen binnen onze activiteiten is steeds één van onze prioriteiten gebleven doorheen dit trieste en lastige avontuur! 

De leidinggevenden en het personeel van de hulpverleningszones hebben op kordate en efficiënte wijze aangetoond dat zij ook tijdens de huidige situatie bekwaam zijn om zich aan te passen en om het hoofd te bieden aan alle situaties. 

De eerste tastbare bijdrage van de Hulpverleningszone Luxemburg, maar ook van heel wat andere Waalse hulpverleningszones, was het ter beschikking stellen van de teams voor noodhulp voor de Dringende Geneeskundige Hulpverlening. Sindsdien zijn er tal van initiatieven door het operationeel en administratief personeel voorgesteld, steeds met het oog op het algemeen belang en een kwalitatief hoogstaande dienstverlening voor de bevolking! Bedankt aan iedereen!"

Paul-Henri Menet, spoedverpleegkundige en vrijwillig sergeant bij Hulpverleningszone Waals Picardië

De woonzorgcentra, die door de eerste COVID-19-golf zwaar getroffen waren, hebben via het AVIQ ondersteuning en advies gekregen van de Hulpverleningszone Waals Picardië.  Paul-Henri Menet is spoedverpleegkundige en vrijwillig sergeant, en heeft zijn hulp en zijn expertise aangeboden aan de instellingen die hiernaar vroegen.

"Onze opdracht had niet als doel het verrichte werk in de woonzorgcentra te controleren, maar om hulp te bieden en logistieke en hygiënische procedures in te stellen om de verspreiding van de epidemie onder controle te houden en af te remmen.", zegt Paul-Henri Menet. Hij heeft de moeilijkheden kunnen vaststellen waarmee het personeel dagelijks te maken krijgt.  "De woonzorgcentra zijn geen grootschalige structuren zoals ziekenhuizen, die zelf beschikken over deskundigen op vlak van hygiëne. Het personeel is ook uiteenlopend. Er zijn veel meer zorgkundigen dan verpleegkundigen en zij hebben soms te weinig opleiding genoten of beschikken over te weinig informatie", voegt hij eraan toe.

De interventies van de Hulpverleningszone Waals Picardië zijn tweeledig: er is een logistiek luik (met name cohortzorg) en een ander luik, gericht op goede praktijken inzake hygiëne. "Ik heb al mijn interventies samen met een officier uitgevoerd.  Zijn rol bestond erin een stand van zaken op te maken van de situatie en van de reeds bestaande procedures. Wat betreft het logistieke luik, was de officier belast met het zoeken naar een oplossing voor het tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers en beschermjassen. Als spoedverpleegkundige was ik zelf belast met het luik hygiëne en cohortzorg.  Ik trachtte daarom, afhankelijk van het gebouw,  de positief geteste bewoners in een vleugel bijeen te brengen om de positief en negatief geteste patiënten gescheiden te houden."

"Bijgestaan door collega's van de hulpverleningszone die zich vrijwillig hadden opgegeven voor deze opdrachten, of door agenten van de Civiele Bescherming, hebben wij COVID- en niet-COVID-zones gecreëerd door de persoonlijke spullen van de bewoners te verplaatsen om kamers vrij te maken en andere kamers te vullen.", aldus Paul-Henri.  "Na deze fase kreeg het personeel een opleiding, voornamelijk om te wijzen op de regels inzake hygiëne, het aan- en uittrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen en het verkeer tussen verschillende vuile en propere zones. "De hulp werd bijzonder gewaardeerd en de medewerkers van de hulpverleningszones werden zeer warm onthaald." 

Dit is wat Paul-Henri Menet vandaag onthoudt van de interventies in de woonzorgcentra: "Ons doel was altijd om te helpen en niet om te controleren. Wij brachten steevast eerst de positieve aspecten van de acties van het verzorgend personeel onder de aandacht en gaven hen advies over de situaties die zij konden verbeteren."

Cécile Fievez, verantwoordelijke van het departement "prévision" binnen de Hulpverleningszone Waals Picardië

Naast de vele opdrachten voor dringende geneeskundige hulp die de ambulanciers in moeilijke omstandigheden moesten uitvoeren, focuste de Hulpverleningszone Waals Picardië zich ook op het beheer van de COVID-crisis. Dit gebeurde in samenwerking met verschillende partners, waaronder de diensten van de gouverneur, de ziekenhuizen, de woonzorgcentra, de Civiele Bescherming, het AVIQ en Defensie. De diensten informaticaplanning hebben een gegevensplatform uitgewerkt om de verschillende aanvragen van de woonzorgcentra, serviceflats en de instellingen voor personen met een handicap van Waals Picardië te verzamelen en te ordenen.

Cécile Fievez, verantwoordelijke van het departement "prévision" binnen de Hulpverleningszone Waals Picardië, geeft toelichting bij de opzet van dit project:  "Met dit platform wilden we op een adequate en snelle wijze een antwoord bieden op de vragen van woonzorgcentra en andere diensten om materieel, advies of personeel.  Het platform was toegankelijk voor de verschillende diensten die respons konden bieden op de noden, zoals de hulpverleningszones, de Civiele Bescherming, Defensie en de diensten van de provinciegouverneur."

De Hulpverleningszone Waals Picardië heeft het initiatief genomen voor dit platform en het in samenwerking met het AVIQ tot stand gebracht. "Dankzij deze samenwerking kon de actieradius worden uitgebreid en konden wij onze gegevens delen met alle Waalse provincies", aldus Cécile Fiévez.

"Dankzij de verzamelde gegevens kwam er dagelijks een (virtueel) comité samen om de balans op te maken van de situatie van de diensten. Deze worden beschouwd als clusters als er meer dan 10 COVID-gevallen werden geteld.  Vervolgens kwamen wij tussen in de woonzorgcentra die daarvoor een aanvraag deden.", voegt zij eraan toe.  “Met de verwezenlijking van dit informaticaplatform konden we een snel overzicht verkrijgen van de kritieke situaties in de woonzorgcentra en de andere instellingen, zodat snel de nodige acties konden worden ondernomen om hen te helpen.